Bierbrouwers laten cafés meer betalen voor bier

09-02-2015 14:29

Bier in de kroeg kan dit jaar nog duurder worden. En dat terwijl de grondstofprijzen juist gedaald zijn. 

De grote brouwerijen, met uitzondering van Bavaria, hebben de prijzen voor fusten verhoogd met gemiddeld 3 tot 4 procent. Dat schrijft De Telegraaf maandag.

Bierbrouwers hebben de bierprijs voor horeca-ondernemers wederom verhoogd. Foto ANP

In de krant geven brouwers verschillende redenen voor de prijsverhoging. AB Inbev, brouwer van Jupiler, Hoegaarden en Hertog Jan, zegt het geld nodig te hebben voor marketing.

Heineken gooit het curieus genoeg op de accijnsverhoging en hogere loonkosten. De accijns is echter al in 2014 verhoogd, en de lonen stijgen dit jaar maar matig.

Naar alle waarschijnlijkheid zijn de kosten voor de brouwers gedaald,vooral dankzij de lage olieprijs. De transportkosten zijn daardoor fors lager. Ook voor het opstoken van de brouwketels zijn de brouwerijen, afhankelijk van hun contract met de energieleverancier, minder geld kwijt.

Hop, een van de belangrijkste grondstoffen voor bier, is wel duurder geworden. Maar dat is vooral een probleem voor de kleine brouwers die veel meer hop gebruiken dan grote pilsmakers als Heineken.

Misbruik van machtspositie

Waarschijnlijk verhogen de bouwers de prijzen voor de horeca gewoon omdat ze dat kunnen doen. De bierprijs in de supermarkt stijgt namelijk niet of nauwelijks, terwijl een voor een fust bier elk jaar duurder wordt.

Soms moet er voor een fust van 50 liter volgens de Koninklijke Horeca Nederland 120 euro worden afgerekend. Dat betekent dat de horeca-ondernemer per liter bier meer dan het dubbele betaalt van de consument in de supermarkt.

De meeste horeca-ondernemers zijn met handen en voeten gebonden aan de brouwers. Meestal hebben ze een exclusieve afnameverplichting bij één brouwer.

Horeca-ondernemers gaan vaak akkoord met zo’n exclusief afnameverplichting omdat ze de brouwer voor meer nodig hebben dan alleen het bier. Zo huurt 17 procent het pand van een brouwer. In andere gevallen krijgen horeca-ondernemers de tapinstallatie van de brouwer, of hebben ze geld van de brouwerij geleend. Dat laatste gebeurt regelmatig omdat horeca-ondernemers bij de bank lastig geld kunnen lenen.

Slechts 20 procent van de horeca-ondernemers is echt ongebonden, zo bleek uit eerder onderzoek van de Autoriteit Consument en Markt  (ACM) naar de machtspositie van de brouwers in de horeca.

Overigens concludeerde dezelfde ACM dat de onderhandelingspositie van café’s beroerd is, maar dat er geen aanleiding zou zijn om vanuit de overheid in te grijpen.

Bron: z24.nl