Dubbel feest voor jubilerend Jopen Bier
De elfde van de elfde is niet voor niks door Jopen verkozen. Het is de naamdag van Sint Maarten, de beschermheilige van het brouwersgilde in het middeleeuwse Haarlem, de stad die eeuwenlang te boek stond als belangrijke bierproducent. Met Jopen kreeg Haarlem twintig jaar geleden eindelijk weer een brouwerij binnen de stadsgrenzen. Het eerste biertje, het Hoppenbier, werd volgens eeuwenoude receptuur gebrouwen ter gelegenheid van het 750-jarig bestaan van de stad in 1995.
Op de golf van de groeiende interesse voor speciaalbieren werden het Hoppenbier en Jopen een succesformule. Het kookboek van de Haarlemse brouwer vermeldt ondertussen 35 verschillende recepten. ,,Speciaalbieren zitten nog steeds in de lift, in Nederland, maar ook wereldwijd’’, verzekert Jopendirecteur Michel Ordeman. ,,Die markt groeit elk jaar met twintig procent en met Jopen zitten we zelfs op een groei van veertig procent per jaar. Die groei verwachten we ook volgend jaar, mede dankzij onze export naar de Verenigde Staten. Australië en Azië zijn er nu ook bijgekomen, al staat het daar nog in de kinderschoenen.’’ Jopen is uitgegroeid tot een van de grootste kleine zelfstandige brouwerijen in Nederland.
Grenzen
Daarmee kwamen de grenzen van de brouwerij in de kerk in zicht. Ordeman: ,,De capaciteit ligt daar op 15.000 hectoliter, terwijl we dit jaar al op 12.000 hectoliter uitkomen en voor volgend jaar verwachten we die 15.000 te halen. Dan is een tweede brouwhuis nodig, dan kunnen we in eerste instantie doorgroeien naar 30.000 hectoliter, met een maximum van 60.000 hectoliter. Daar kunnen we voorlopig wel mee uit de voeten.’’
De benodigde productieruimte was in of naast de Jopenkerk niet te vinden, maar wel naast de bedrijfshal van Jopen in de Waarderpolder. Daar kon een aangrenzend terrein van Connexxion worden overgenomen en dat maakte een uitbreiding van de hal met 1800 vierkante meter mogelijk. De productie-uitbreiding komt tot stand in drie fasen.
Rijpen
De eerste fase behelst de plaatsing van een nieuwe bottellijn, die 7.000 flessen per uur kan verwerken, waardoor Jopen nu al haar eigen bieren kan bottelen. De flessen worden gevuld, van een dop of kurk en een etiket voorzien, waarna de flessen verpakt in dozen van de band rollen. Daarnaast zijn er tientallen roestvrij stalen lagertanks geplaatst, waar het in de Jopenkerk gebrouwen bier kan rijpen. ,,De tanks in de Jopenkerk komen zo eerder vrij, waarmee we onze capaciteit dus kunnen vergroten.’’
Volgend jaar komt in de Waarderpolder dan het tweede brouwhuis van Jopen. In de derde fase worden buiten op het terrein nog gist- en lagertanks geplaatst. Waar in de Jopenkerk de antiek ogende koperen brouwketels de aandacht naar zich toe trekken bepalen in de Waarderpolder roestvrij stalen installaties het beeld. Jopen maakt gebruik van de modernste technieken om haar ambachtelijke bier te produceren. ,,Daarmee kunnen we een constant product garanderen. We zijn ambachtelijk, maar niet achterlijk, zo luidt ons motto.’’ Zo is in de nieuwe hal ook het laboratorium ondergebracht waar de kwaliteit van het bier wordt gecontroleerd.
Prijzen
De brouwerij telt inmiddels zo’n honderd (parttime) personeelsleden. Een van hen is nog steeds Chris Wisse, de meesterbrouwer die vanaf het begin bij Jopen is betrokken. Hij woont ook nog steeds in Zeeland, maar verblijft vier dagen per week in Haarlem, al kan hij met zijn laptop vanuit Zeeland het hele geautomatiseerde brouwproces in de gaten houden.
,,We zullen altijd blijven brouwen in de Jopenkerk in het Raaksgebied’’, verzekert Ordeman.
,,Dat is toch het huis van Jopen. Door de Jopenkerk is onze naamsbekendheid enorm gegroeid. Dat we zoveel prijzen hebben gewonnen, onthouden mensen ook, wij zijn de club die er altijd bij zit als de prijzen worden verdeeld. We hoeven niemand meer uit te leggen waar we vandaan komen. Je kunt ons bier nu kopen bij grote supermarkten als Albert Heijn, de Spar, de Vomar, de Deka, Plus of Deen. We moeten nu af en toe zelfs nee verkopen, dan kunnen we niet praten met een nieuwe supermarkt omdat we misschien niet kunnen leveren. We moeten eerst hier alles op orde hebben. Twintig jaar geleden wilden we Haarlem weer een eigen brouwerij geven. Dat het zo zou uitpakken hadden we toen niet durven hopen, daar kon je alleen maar van dromen. Die droom begint nu aardig werkelijkheid te worden.’’
Bron: Haarlems Dagblad